Eerste nationale: hoe zit dat juist?

Zoals u ongetwijfeld weet, start Cappellen FC na het behalen van de kampioenstitel in tweede afdeling dit seizoen in de zogenaamde “Eerste Nationale Afdeling”; kortweg D1. Maar hoe zit dit competitie nu juist in elkaar? En welke ploegen doen er allemaal mee? We leggen het u kort even uit…

Het seizoen 2023-2024 wordt het laatste seizoen van D1 volgens de huidige format. Vanaf het seizoen 2024-2025 wordt deze afdeling immers gesplitst in een Vlaamse en een Waalse reeks van 16 ploegen. Het seizoen 2023-2024 is dan ook het laatste seizoen dat er 18 ploegen actief zijn en dat uit alle windhoeken van het land.

De provincie Antwerpen is het best vertegenwoordigd met naast Cappellen ook Heist, Dessel, Hoogstraten en de Young Reds. Vanuit Oost-Vlaanderen worden Lokeren-Temse en de U23 van AA Gent afgevaardigd. Knokke en Sint-Eloois-Winkel vertegenwoordigen West-Vlaanderen en voor Vlaams Brabant treden OHL U23 en Tienen in het strijdperk. De laatste Vlaamse club is het Limburgse Thes.

Aan Waalse kant levert de provincie Henegouwen drie clubs: Olympic Charleroi, Zébra Elites (U23 Sporting Charleroi) en RAAL La Louvière. Visé vertegenwoordigt Luik en Namen de gelijknamige provincie. De laatste club is Virton; meteen goed voor de verste verplaatsing van het seizoen.

Geen periodekampioenschappen in D1. De eerste twee uit het klassement promoveren aan het eind  van de rit naar 1B; ofwel de Challenger Pro League; op voorwaarde dat de juiste licentie behaald wordt uiteraard.

Door de hervorming is er maar maximaal één Vlaamse daler. Indien de ‘slechtste’ Vlaamse ploeg op de zestiende, zeventiende of achttiende plaats eindigt, zakt het naar tweede afdeling. Indien de slechtste Vlaamse club vijftiende of hoger eindigt kan een testwedstrijd nog redding brengen. Het moge duidelijk zijn: Cappellen houdt maar best minstens één Vlaamse ploeg achter zich in het klassement.