In tegenstelling tot een week eerder werd de wedstrijd op Vosselaar geen hoogvlieger. De omstandigheden zorgden ervoor dat goed voetbal geen sinecure was. De toeschouwers konden zich gelukkig wel troosten met het prima lenteweer.
“Ik denk dat een punt het hoogst haalbare was”, vond Bart De Roover. “Vosselaar is een moeilijk te bespelen ploeg. Terwijl wij het vooral moeten hebben van onze voetballende kwaliteiten teren zij vooral op hun kracht. We hebben geprobeerd om uit het duel te voetballen, maar de slechte staat van de grasmat verhinderde dat. Het groot aantal onzorgvuldigheden in de passing is daar een getuige van.” Na zeven minuten stond geel-rood al bijna op achterstand. “De scouting rendeerde bij die strafschop, want we wisten waar Van De Vreede zou trappen. Pas na een half uur kwamen we echt goed in de wedstrijd. In dat laatste kwartier van de eerste helft kregen we nog enkele goede kansen, maar ook Blondeel keepte sterk en verhinderde ons op voorsprong te klimmen. Na de rust hebben we wat geanticipeerd om Van De Vreede minder in het stuk te laten voorkomen, maar veel viel er niet meer te beleven.”
Björn Joossens stopte zijn eerste strafschop van het seizoen. “Ook in de heenwedstrijd trapte Van De Vreede zijn strafschop in die hoek. Ik weet dat hij altijd lang wacht bij het nemen van een strafschop en wachtte nu nog langer. Gelukkig trapte hij de bal niet helemaal in de hoek zodat ik er nog bij kon. Anders stonden we weer snel achter.” Dat doelpunt viel halfweg de eerste helft wel. “Het leek wel alsof we dat doelpunt nodig hadden om echt wakker te worden. Want nadien toonden we de juiste reactie. Helaas waren we niet efficiënt genoeg om nog met een voorsprong de rust in te gaan.” Na de rust had Joossens nog nauwelijks werk. “Het leek wel alsof beide ploegen hun beste kruit reeds voor de pauze verschoten hadden. Mogelijk waren de vervelende wind en de warmte een bepalende factor. Alleszins brachten we na de rust te weinig om de zege te wettigen en denk ik dat een gelijkspel een juist resultaat is. Hopelijk kunnen we in de resterende wedstrijden nog doorschuiven naar een plek in de top vijf.”
Wesley Geuens kon eveneens leven met het punt. “We wilden vandaag vooral bewijzen dat de wedstrijd tegen Hasselt tegen toevalstreffer was. Maar de staat van het terrein was niet in ons voordeel. We moesten constant rekening houden met vervelende botsen van de bal. Misschien kwam het daardoor dat we zo moeilijk in de wedstrijd kwamen. Na de 1-0 toonden we wel een goede reactie.” Na de 1-0 ontsnapte Cappellen wel aan de 2-0 toen Van De Vreede tegen de lat kopte en Geuens vervolgens meeval kende toen hij tegen de eigen paal kopte. “Ik wilde de bal ontzette, maar raakte hem verkeerd. Gelukkig hielp de paal ons, want bij 2-0 was het wellicht over en out. Nu konden we voor de rust gelijk maken. Na de rust konden we ons sterk slotkwartier niet meer doorzetten. Een punt was dan ook het hoogst haalbare. Niet zozeer door de kwaliteiten van Vosselaar, maar eerder door de grasmat.” Cappellen is nog niet helemaal zeker van het behoud. “Op eigen terrein kunnen we tegen een voetballende ploeg altijd iets meer. Hopelijk kunnen we tegen Temse de laatste punten halen die we nodig hebben om ook mathematisch zeker te zijn dat we volgend seizoen op dit niveau kunnen blijven acteren.”