Geschiedenis

Avontuur in tweede klasse

Gzil koos voor een nieuwe wending en Mo Arabat (ex-speler) werd de nieuwe sportieve baas bij aanvang van het eerste seizoen in tweede afdeling. Ook op bestuursvlak veranderde er veel. Naast Jos Van Wellen verliet ook Jacky Buchmann de club en Louis Van Wellen werd de jongste voorzitter in het nationale voetbal. Cappellen kende echter een moeilijke start in tweede afdeling en Arabat hield het al snel voor bekeken. De resultaten bleven beneden de verwachtingen en het bestuur van Cappellen FC koos voor Walter Jenné als trainer ad-interim. Jenné was jarenlang assistent-trainer onder Gzil en kende het huis door en door. Jenné kreeg de ploeg weer op de rails en Cappellen klom uit de onderste regionen. Midden februari kwam het hoogtepunt van het seizoen met een memorabele 3-9-zege op het terrein van Beerschot met de driehoek Mitrovic-Keita-Nsumbu in een glansrol. Het cynische Beerschot-publiek riep op het einde zelfs om een tiende Kapels doelpunt. Die schande bleef de thuisploeg uiteindelijk bespaard. Beerschot-trainer James Storme deed overigens een opmerkelijke uitspraak na afloop van de wedstrijd: “Wie drie keer scoort, moet altijd winnen.” Cappellen bolde na deze wedstrijd al snel uit en eindigde uiteindelijk als veertiende in de rangschikking.

Eén seizoen later stond de sympathieke en extroverte figuur Colin Andrews aan het sportieve roer. Met de Brit maakte de club een unieke periode mee. Hij speelde offensief en attractief voetbal. Dit werd uiteraard geapprecieerd door het publiek, dat de weg terug naar het Louis Lucasstadion vond. Het team zorgde nu en dan voor gensters en eindigde dat jaar op een schitterende vijfde plaats, waardoor het nipt naast de eindronde greep. Cappellen had met Salif Keita en Ngoy Nsumbu twee echte topschutters in huis. Samen maakten zij dat seizoen 45 doelpunten. Het leverde de beide spitsbroeders meteen een transfer naar Racing Genk op. Ook in het tweede seizoen onder Andrews bleven de resultaten meer dan behoorlijk. Cappellen eindigde op de achtste stek.

In de perstribune vonden tijdens het trainersschap van Andrews vaak mooie taferelen te bewonderen. De Britse trainer had er immers een gewoonte van gemaakt om elke overwinning op een eigenzinnige wijze te vieren. Wanneer Cappellen haar wedstrijd won, kwam de Cappellen-trainer steeds met dezelfde woorden de persruimte binnen gewandeld: “Gentlemen, it’s Kissing-Time”, waarop Andrews de perslieden een zoen gaf. Die seizoenen werd er overigens heel wat afgekust.

Na het vertrek van Colin Andrews kreeg de Antwerpse tweede klasser het echter lastig. Mark Talbut werd de nieuwe hoofdtrainer van Cappellen FC en vele belangrijke spelers verlieten de club. Hierdoor werd er verplicht voor de jeugd geopteerd. In 1999 werd het behoud nog verzekerd toen Cappellen kort na de winterstop genoeg punten sprokkelde om in tweede te blijven. Vooral een historische 3-3 tegen de latere kampioen Antwerp bracht Cappellen het nodige geloof in eigen kunnen bij.

In dat seizoen had Cappellen twee Nigeriaanse spelers in de rangen. Verdediger Oparaku en spits Ofodile waren de sterkhouders bij de ploeg. Oparaku maakte in de zomer van 1998 overigens deel uit van de WK-selectie van Nigeria. Opvallend was echter dat Ofodile voor de wedstrijden steeds de sporttas van Oparaku droeg. Oparaku was immers van een stam afkomstig die hoger in rang was dan de stam van Ofodile. En iedereen maar denken dat Oparaku een luierik was?

In het seizoen 1999-2000 ging het echter van kwaad naar erger. Cappellen kon niet winnen en bengelde troosteloos onderin. Hierdoor werd in november 1999 Gzil weer naar de club gehaald om de club alsnog van het behoud te verzekeren. Gzil was net aan de deur gezet bij SK Beveren. Het bestuur leverde sterke inspanningen om de kern te versterken met onder andere Pereira, Bartholomeeusen en Stanley Aboraa. Cappellen eindigde desondanks laatste met amper één zege en 12 punten. Na vijf seizoenen bij de Liga moest Cappellen opnieuw naar derde nationale.